18-01-2019

“Fraude, zowel sociale als fiscale, moet hard aangepakt worden. Dat staat als een paal boven water. Maar een overheid dient wel de wet te volgen. Ook dat is evident.”. Op deze manier reageert Antwerps CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri op het nieuws waaruit blijkt dat de onderzoeken die het Antwerps OCMW liet uitvoeren door een Nederlands bedrijf – Soza Xpert, onvoldoende juridisch onderbouwd zijn. “De onderzoeken zijn onwettig omdat men het beroepsgeheim schendt. Het OCMW mag niet zomaar informatie van cliënten doorgeven aan derden.”, aldus het parlementslid. Lanjri zei al eerder dat deze werkwijze onvoldoende juridisch onderbouwd was en stelde voor om te werken via dubbelbelastingverdragen om de fraude aan te pakken. “De piste werd destijds gesteund door voormalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt.”, klinkt het. Helaas bleef het enkel bij woorden. 

De kwestie komt ook aan bod in het Antwerpse bestuursakkoord. In het Antwerpse bestuursakkoord, “De Grote Verbinding”, staat het volgende te lezen: “We dringen aan op een performant systeem dat op federaal niveau moet worden uitgewerkt om die informatie vlot ter beschikking te stellen van het OCMW. In afwachting zetten we de bestaande controle-instrumenten verder in.”

Het is te hopen dat N-VA en Sp.a over de interpretatie van deze laatste zin op dezelfde golflengte zitten. Hetgeen we lezen in de media suggereert echter het tegenovergestelde. Wat CD&V Antwerpen betreft kunnen voortaan enkel nog wettelijke controle-instrumenten toegestaan worden.

De discussie sleept al een jaar aan en werd eerder in De Kamer aangekaart door CD&V-Kamerlid en Antwerps politica, Nahima Lanjri. Het Kamerlid zei toen al aan dat de beslissing van het Antwerps OCMW  onvoldoende juridisch onderbouwd was. Als toenmalig Antwerpse coalitiepartner onthield CD&V zich tijdens de zitting van de OCMW-raad op dit punt en stelde voor om fraude op te sporen via dubbelbelastingverdragen. Deze piste is wél juridisch sluitend en valt volledig onder de bevoegdheid van de overheid, zonder uitbesteding aan private partners.”, aldus Lanjri.  De Antwerpse politica verwijst naar de bestaande akkoorden met meer dan 100 landen. “Als de overheid zelf buiten een wettelijk kader werkt, lopen we vroeg of laat tegen de lamp en moeten we onze strijd tegen fraude toch staken.

Federaal de nodige ambitie tonen

Ook toenmalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) antwoordde op een vraag van Lanjri dat die informatie uitgewisseld kan worden zonder dat de verdragen moeten worden gewijzigd. De toenmalige minister voegde eraan toe dat hij werk maakte van deze piste. Zo stelde hij dat hij van plan was om een administratief akkoord te sluiten met Marokko over de automatische uitwisseling van gegevens over onroerende goederen en inkomsten. “Dergelijk akkoord is noodzakelijk om de informatie-uitwisseling door middel van het reeds bestaande dubbelbelastingverdrag in gang te zetten.”, aldus Lanjri. Daarnaast had de minister in zijn antwoord ook verklaard te onderzoeken of het mogelijk is of die informatie op een efficiënte manier kan doorstromen naar de OCMW’s. “Deze manier is veel beter, efficiënter en minder kostelijk dan het inschakelen van privé-onderzoeksbedrijven.”, stelt Lanjri.  Zijn woorden bleven helaas dode letter. In een antwoord uit 2018 van minister Ducarme, bevoegd voor OCMW’s, antwoordde deze dat de regering zich vastberaden toonde om pistes te onderzoeken, zoals het federaal fraudebureau, waardoor leefloonfraude met onroerend goed in het buitenland zou aangepakt kunnen worden. “Fraude moet effectief aangepakt kunnen worden, daarom zal ik blijven werken aan wettelijke instrumenten, zowel vanuit het parlement als in de Antwerpse gemeenteraad.”, besluit Nahima Lanjri.  

Lees hier meer.