Ik blijf samen met N-VA, open VLD en MR streven voor strengere regels voor gezinsvorming en -hereniging

14-04-2011

14-04-2011

Eind februari heeft N-VA, Open Vld en MR mijn wetsvoorstel mee ondersteund om het migratiebeleid rond gezinsvorming en -hereniging te verstrengen. In navolging van buurlanden Frankrijk en Nederland zullen vreemdelingen en Belgen die een partner of echtgenoot uit het buitenland laten overkomen minimum 21 jaar moeten zijn en over voldoende bestaansmiddelen en een degelijke huisvesting moeten beschikken. Op 11 februari formuleerde de Raad van State haar advies over deze voorstellen.

In 2010 waren er 41.336 gezinsherenigingen en -vormingen in België.

Daarmee is deze procedure veruit het grootste migratiekanaal naar België.

Om het soepele beleid af te stemmen op onze buurlanden, beslisten N-VA, CD&V, Open Vld en MR een verstrenging door te voeren. De kernpunten van het akkoord zijn:

(1) verstrenging voor zowel Belgen als niet-EU-onderdanen die zich laten vervoegen

(2) er moet een bewijs worden voorgelegd dat betrokkenen beschikken over een degelijke huisvesting zoals bepaald door de bevoegde (gewestelijke) overheid

(3) er komt een bestaansmiddelenvereiste die garandeert dat de gezinshereniger kansen krijgt in de samenleving

(4) de minimumleeftijd wordt 21 jaar

(5) schijnsamenwoonst wordt aangepakt,

(6) een wachttermijn van twaalf maanden worden ingevoerd,

(7) voorzien wordt dat de aanvragen in principe enkel vanuit het buitenland kunnen worden ingediend

(8) er zal tijdens een periode van 3 jaar een effectieve controle worden uitgevoerd op alle criteria die in de wet worden voorzien (o.a. op schijnhuwelijken).

Voorstellen tot verstrenging zijn zowel ambitieus als realistisch

In haar recente advies gaat de Raad van State dieper in op de voorstellen tot verstrenging. CD&V,N-VA, Open Vld en MR zullen dit advies grondig bestuderen en zullen een passend antwoord uitwerken. Zij bevestigen daarbij dat het de doelstelling blijft een ambitieuze wijziging van het dit migratieluik door te voeren. De Europese krijtlijnen zullen daarbij volledig worden gerespecteerd.

De Europese regelgeving voorziet uitdrukkelijk in de mogelijkheid om een bestaansmiddelenvereiste voor gezinsherenigers in te voeren. De Raad van State formuleert geen bemerking bij het inkomensbedrag dat in het wetsvoorstel wordt voorop gesteld. Enkel wordt aangegeven dat het totale dossier in rekening moet kunnen worden gebracht. Deze logica zit reeds in het wetsvoorstel vervat en zal verder worden geëxpliciteerd.

Eigenaardig is het echter te moeten vaststellen dat de Raad schijnt aan te geven dat Belgen die zich laten vervoegen niet aan dezelfde voorwaarden onderworpen zouden kunnen worden als niet-Europese vreemdelingen die beroep doen op gezinshereniging. De Raad lijkt hiermee voorbij te gaan aan de vaststelling dat in de vreemdelingenwet vandaag reeds is opgenomen dat voor Belgen soms strengere regels gelden dan voor EU burgers. De huidige wet is op dit punt bovendien nooit vernietigd geweest. Daarenboven zijn de voorstellen van N-VA, CD&V, Open Vld en MR reeds jaren van toepassing in Nederland en ook deze Nederlandse regelgeving is door Europa nooit vernietigd. De vraag kan tenslotte worden gesteld of het werkelijk zo onredelijk is te eisen dat Belgen bij gezinshereniging moeten bewijzen voldoende bestaansmiddelen, een degelijke huisvesting en een ziektekostenverzekering te hebben.

Enkel door een correct migratiebeleid uit te tekenen, kunnen we verzekeren dat gezinsvorming en -hereniging duurzaam zijn en kansen bieden aan de nieuwkomer én aan onze maatschappij. N-VA, CD&V, Open Vld en MR zullen in dit verband dan ook blijven kiezen voor een ambitieuze wetswijziging.

 

Nahima Lanjri

 

Theo Francken

 

Bart Somers

 

Denis Ducarme