Gelijke kansen, nog veel werk aan de winkel

18-12-2013

18-12-2013

Na veertig jaar vrouwenemancipatie is al veel bereikt. Maar we moeten voortdoen. Met iedereen samen, ook de mannen. Mijn wetsvoorstel om kersverse papa’s te beschermen tegen ontslag omdat ze vaderschapsverlof opnemen, is intussen goedgekeurd. Maar de uitbreiding van 10 tot 15 dagen vaderschapsverlof is er nog niet. Nochtans komt zoiets zowel de papa’s als de mama’s ten goede, omdat je de zorg om het nieuwe kindje beter kan verdelen en ook de band tussen papa en kind versterkt wordt.

Er is inderdaad op veertig jaar tijd al heel wat bereikt wat betreft de gelijkschakeling van mannen en vrouwen. Maar er is ook nog enorm veel werk te doen. Driekwart van de werknemers in de verschillende verlofstelsels zijn vrouwen. Van de vrouwen werkt 34% deeltijds, bij de mannen is dat slechts 9%.

Dat betekent dat de zorg in het gezin zeer ongelijk verdeeld blijft. Ik voel dat zelf dagelijks aan den lijve: ik werk hard en kan dat zeer zelfstandig doen en ik weet best dat mijn dochter Noor het goed heeft als ik niet thuis ben. Toch worstel ik daarmee. En dus investeer ik mijn vrije tijd vrijwel volledig in de zorg voor mijn gezin en veel minder in hobby’s of zo. Het gaat hem er niet om dat mannen of vrouwen niet verschillend mogen zijn. Maar ze moeten wel gelijkwaardige keuzes kunnen maken. En dat is nog lang niet het geval, vaak trouwens uit onwetendheid. Ook vele hoger opgeleide vrouwen beseffen niet dat de keuze voor deeltijds werk consequenties heeft voor hun pensioen. Of als het koppel uit elkaar gaat.

De armoedepercentages liggen overigens het hoogst bij alleenstaande moeders. Allochtonen vrouwen hebben meer gemeen met andere kansarme vrouwen dan je denkt. Emancipatie heeft meer van doen met het overwinnen van socio-economische dan culturele barrières. Waarom nemen vele gezinnen nauwelijks ouderschapsverlof op? Gewoon omdat die premie niet hoog genoeg ligt.

Soms kan je als parlementslid toch eens fier zijn. Samen met Stefaan Vercamer ben ik er begin deze maand in geslaagd in de Kamer de conventie van de Internationale Arbeidsorganisatie over waardig werk voor huishoudpersoneel te laten goedkeuren. En ik heb een wetsvoorstel ingediend om dat huishoudpersoneel nu een echt statuut te geven, inclusief sociale bescherming.

Weet je, een politicus moet tientallen voorstellen indienen om er af en toe enkele gerealiseerd te krijgen. Zo blijft de loonkloof een oud zeer. In de privé verdient een vrouwelijke bediende bijvoorbeeld 25% minder per uur voor hetzelfde werk als haar mannelijke collega. Daarom moeten functies ‘gekwalificeerd’ worden, om de sociale partners beter te sensibiliseren over die loonverschillen.

Omdat vrouwen minder verdienen, hebben ze achteraf ook gemiddeld 23% minder pensioen. Daarom heb ik samen met mijn collega’s voorgesteld een pensioensplit in te voeren: de pensioenrechten die mannen en vrouwen opbouwen worden opgeteld en over beide partners verdeeld. Zo wordt de partner die minder heeft gewerkt om zorgtaken op te nemen, daarvan niet de dupe. Want wat weinig mensen beseffen, is dat de loonkloof zich achteraf vertaalt in een pensioenkloof.