België als voorzitter van de Europese Unie

26-09-2010

26-09-2010

In mijn werk als volksvertegenwoordiger merk ik dat de Europese Unie (EU) ons zeer sterk beïnvloedt. Voor veel mensen is de EU ver van hun bed, maar Europa beslist wel over dossiers uit ons dagelijks leven. Onze voeding, onze veiligheid, onze auto’s, onze justitie, onze fabrieken, onze gezondheid, onze banken en ons geld, onze gas- en elektriciteitsrekeningen, onze schooldiploma’s. Europa is overal.

 Ook werk, kinderopvang en asiel- en migratie worden door Europa mee bepaald.

Zo beslist de EU mee over het ouderschapsverlof waarop u recht hebt bij de geboorte van uw kinderen. Europa besliste het aantal dagen waarop elke ouder recht heeft op te trekken van drie naar vier maanden, door elke lidstaat in te voeren voor 30 november 2011. Als ouder juich ik dat toe. Maar ik wil dat het ouderschapsverlof op middellange termijn nog wordt opgetrokken tot zes maanden per ouder, en diende daarvoor al eind 2007 een wetsvoorstel in.

Waarom? Ouders moeten de kans krijgen om hun loopbaan even te onderbreken voor de zorg van hun kind(eren). Een gezinsleven combineren met werk is voor vele mama’s en papa’s stresserend. Ouders willen tijd voor de kinderen, en ook kinderen plukken de vruchten van een warme jeugd, waarin ouders sterk aanwezig kunnen  zijn.

Ouderschapsverlof loont ook. In Zweden kunnen beide ouders samen zelfs één jaar en drie maanden ouderschapsverlof opnemen. De Zweden bieden werknemers veel meer de kans hun werk al eens te onderbreken en ze blijven daardoor met veel meer en veel langer aan de slag. België zit nog steeds onder het Europees gemiddelde van mensen die werken. Europa geeft aan hoeveel mensen gemiddeld aan de slag zouden moeten zijn, het is aan ons in België om alles uit de kast te halen om zoveel mogelijk mensen effectief te laten werken.

Europa is ook een belangrijke speler én scheidsrechter in asiel en migratie. Dat is maar goed ook. Met een Europees asiel- en migratiebeleid zorgen we ervoor dat overal op eenzelfde manier opvang wordt  georganiseerd die menswaardig is en zo wordt ook toegekeken op het respecteren van de mensenrechten. Zo’n Europese aanpak vermijdt anderzijds ook dat asielzoekers gaan ‘shoppen’ en kiezen voor landen die het soepelst zijn of  van het ene Europese land naar het andere gaan terwijl ze in één van de lidstaten al werden afgewezen. Ik pleit ervoor die Europese aanpak nog verder uit te breiden. Als Europees voorzitter heeft ons land een unieke kans om asieldossiers en –opvang nog beter te maken voor heel de EU.