27-04-2016

Eén op vijf Belgische kinderen onder achttien jaar leeft in armoede. In Antwerpen zijn de cijfers nog slechter en wordt  zelfs 1 op 4 kinderen groot in armoede. Met deze droevige statistiek scoren we slechter dan tien jaar geleden, toen het cijfer op 16 % lag. Terwijl tewerkstelling de kansen vergroot om de (inkomens)positie in de samenleving te versterken, is dat voor veel mensen helaas geen optie. Het leven kent vele tegenslagen. Ziekte, zonder werk vallen, daar kies je niet bewust voor. Ik lanceer daarom een voorstel om de Belgische uitkeringen boven de Europese armoededrempel te tillen.


Armoede manifesteert zich in talrijke facetten van het gezinsleven. Men eet minder gezond, stelt medische kosten uit en ontziet zich van vrijetijdsbesteding. Kinderen uit minder gegoede gezinnen gaan minder vaak naar de tandarts, gewoon omdat hun ouders het bedrag dat volledig wordt terugbetaald, niet kunnen voorschieten. Zestien procent van onze ouderen loopt het risico om in armoede verzeild te geraken, vaak door hogere gezondheidskosten. Meer dan één op drie eenoudergezinnen leeft in armoede. Bij de personen met een handicap is dit vier op tien.

Achter de armoedecijfers schuilen ontelbare schrijnende verhalen van mensen die elke dag moeten vechten voor een waardig bestaan. De steun die ze van de overheid ontvangen is broodnodig, maar ontoereikend. Onze uitkeringen liggen ver beneden de Europese armoededrempel. Met mijn wetsvoorstel wil ik de uitkeringen voor mensen met het hoogste armoederisico optrekken.

Regeerakkoord

Ik baseer me op het regeerakkoord. Dat vermeldt de ambitie om geleidelijk de minimum sociale zekerheidsuitkeringen en de sociale bijstandsuitkeringen te verhogen tot het niveau van de Europese armoededrempel. CD&V laat dit thema niet los en wil van deze belofte nu ook werk maken.

Als we binnen drie jaar de balans van deze federale regering maken, wil ik dat stuk van het regeerakkoord absoluut gerealiseerd zien. Ik reken op de steun van onze coalitiepartners. Ze hebben tenslotte toch ook mijn resolutie over armoedebestrijding goedgekeurd. Die moeten we nu uitvoeren. 

Ik vond alvast steun bij coalitiepartner N-VA. In antwoord op mijn mondelinge vraag (26 april 2016) meldde staatssecretaris van Armoedebestrijding Elke Sleurs dat ze dit tijdens de begrotingsonderhandelingen aan de regering zou voorleggen. Sleurs erkende dat de huidige uitkeringen nog altijd onder het noodzakelijk inkomen liggen om menswaardig te leven.

Toekomstgericht armoedebeleid

We mogen ons echter niet blind staren op het louter verhogen van een aantal uitkeringen. Een geïntegreerde visie op armoede gaat over meer dan de centen in je portefeuille. Er moet een blijvende aandacht zijn voor de uitdagingen op vlak van gezondheidszorg, huisvesting, energie, en noem maar op. En aangezien werk de beste remedie is tegen armoede, blijft activering de centrale spil in een geïntegreerd armoedebeleid. Verder vind ik het evident dat er geen nieuwe werkloosheidsvallen worden gecreëerd.

Er moet een voldoende spanning blijven bestaan tussen een inkomen uit arbeid en één gebaseerd op een uitkering. Door radicaal voor deze ambitie te kiezen, zetten we de regering eveneens aan om het Belgische inkomens- en belastingbeleid ook in de toekomst nog verder te hervormen in functie van meer rechtvaardigheid.

Gezinsuitkeringen

Het wetsvoorstel, dat donderdag in overweging wordt genomen in de plenaire vergadering, wil een aantal uitkeringen optrekken tot het niveau van de Europese armoededrempel voor mensen met gezinslast, maar ook voor alleenstaanden. De Europese armoedegrens voor een gezin bestaande uit twee volwassenen en twee kinderen is gelijk aan 2.279 euro per maand. De armoededrempel voor een alleenstaande bedraagt 1.085 euro per maand.

De minimum werkloosheidsuitkering voor een werkzoekende met gezinslast bedraagt 1.157,52 euro. Het leefloon voor mensen met gezinslast bedraagt 1.133,85 euro. Voor de IGO (Inkomensgarantie voor ouderen) is dat 1.031,93 euro. Aangezien elk van deze bedragen onder de armoededrempel liggen, willen we deze optrekken. Daarnaast willen we ook de inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap optrekken tot de armoededrempel. Deze personen kennen een hoog armoederisico. Iemand met gezinslast krijgt op dit ogenblik 1.112,17 euro.

Ten slotte vragen we ook om het leefloon van mensen met gezinslast op te trekken naar de Europese armoededrempel.
Om tot een realistisch beeld te komen van de gezinsinkomsten van mensen met een werkloosheidsuitkering en geen onnodige bijkomende inactiviteitsval te creëren, nemen we ook de kinderbijslag die een gezin ontvangt in aanmerking.

Ook voor alleenstaanden

De minimum werkloosheidsuitkering voor een alleenstaande werkzoekende in de eerste en tweede vergoedingsperiode van werkloosheid bedraagt 972,14 euro. Het leefloon en de IGO voor een alleenstaanden bedragen respectievelijk  850,39 euro en 1.031,93 euro. Daarnaast willen we ook de inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap optrekken tot de armoededrempel. Een alleenstaande krijgt op dit ogenblik 834,13 euro.

In de pers

De Morgen, 27/04/2016, 'Uitkeringen moeten hoger' (c)

 

Lees hier mijn wetsvoorstellen

 

Lees hier mijn vraag en het antwoord van de staatssecretaris (p. 5-7).